You just don’t know the consequences
‘The bacteria cannot even be seen but eventually it turns the milk to yogurt. You just don’t know what the consequences of even a small act will be.’
– Milton Glaser
‘The bacteria cannot even be seen but eventually it turns the milk to yogurt. You just don’t know what the consequences of even a small act will be.’
– Milton Glaser
Het is natuurlijk te simpel om te veronderstellen dat wanneer een boodschap van zender naar ontvanger wordt gestuurd, deze door het luchtledige vliegt. Om de boodschap bij de ontvanger af te leveren opent de zender een communicatiekanaal, een pad waarover de boodschap van zender naar ontvanger kan worden gestuurd.
Communicatiekanalen zijn alle middelen waarlangs de boodschap gestuurd kan worden. Het begrip kanaal heeft daarin een abstracte betekenis: niet alleen een uitzending op televisie of radio is een communicatiekanaal, maar ook het uitdelen van een flyer op straat. En ook het ophangen van een spandoek, het opzetten van een weblog, het publiceren van een stukje op een nieuwssite en het roepen van een leus in een matig drukke winkelstraat in Drachten op een regenachtige dinsdagochtend zijn manieren om een communicatiekanalen van zender naar ontvanger te openen.
Communicatiekanalen zijn een zeer belangrijk goed in de huidige maatschappij. Wie een monopolie heeft over de communicatiekanalen, of tenminste die kanalen die door een groot publiek worden ontvangen en verwerkt, heeft de macht, zoals de Italiaanse ex-premier Berlusconi maar al te goed weet. Het succes van een product, het image van een onderneming, de populariteit van een politieke partij, zelfs zoiets enorms als de vorming van een pseudo-grondwet voor Fort Europa, het zijn allemaal zaken waarvoor belanghebbenden ontvangers willen bestoken met boodschappen met de juiste inhoud.
Degene die de communicatiekanalen beheerst heeft het voor het kiezen: die partij, dat product, wel of geen grondwet en kan streven naar culturele hegemonie. Hiermee wordt pas goed duidelijk hoe enorm het potentieel is, dat ontwerpers hebben om zich op een creatieve manier tegen bestaande structuren te kunnen verzetten.
Er zijn twee manieren om verzet toe te passen op het concept van de communicatiekanalen. Je kunt besluiten de bestaande communicatiekanalen te omzeilen en je eigen communicatiemiddelen op te zetten, en je kunt besluiten bestaande kanalen naar je toe te trekken, je toe te eigenen of zo te manipuleren dat ze jouw boodschap uitzenden.
Het creëren van een eigen communicatiekanaal is an sich geen bijzondere zaak. Iedere flyer die wordt getypt ter begeleiding van een kraakactie, ieder spandoek, iedere ludiek stukje politiek straattheater opent een nieuw communicatiekanaal, om nog maar te zwijgen van de talloze krantjes, blaadjes, tijdschriften en muurkranten die er in de loop der jaren zijn verschenen.
De opkomst van de digitale en mobiele media bood activisten nieuwe mogelijkheden om geheel nieuwe, eigen communicatiekanalen op te zetten met veel meer kans van slagen dan voorheen. Voorheen bleven activistische media meestal beperkt toegankelijk omdat ze alleen in eigen kring verspreid werden. Lokale acties waren afhankelijk van de gevestigde media om een grotere bekendheid te krijgen voor hun initiatieven. Online uitingen en acties zijn echter direct toegankelijk vanuit een groot deel van de wereld en kunnen door allerlei nieuwe mediavormen zoals nieuwssites en weblogs worden opgepikt en gepropageerd.
Het allerbeste voorbeeld daarvan was een tijd lang Indymedia, een succesvol voorbeeld van een nieuw, onafhankelijk communicatiemiddel dat serieus werd genomen door activisten, maar ook een grote rijkwijdte had als voedingsbodem voor meer traditionele media.
Een ander mooi voorbeeld zagen we bij de opkomst van Twitter, dat al snel werd ingezet als snel, open medium ter ondersteuning van activisten die pogingen deden om het beruchte Castortransport te blokkeren. Waar het voorheen altijd gissen bleef waar de het atoomtransport zich bevond, kon nu iedereen bijdragen aan een live update van een interactieve kaart.
Maar naast de nieuwe vormen die alternatieve nieuwsmedia aan weten te nemen op het internet is er ook een breed scala aan nieuwe grafische actievormen ontstaan, waarbij actievoerders dankbaar gebruik maken van de mogelijkheid een eigen communicatiekanaal te openen voor hun boodschap, waarbij door de interactiviteit van het nieuwe medium een complexe, veelzijdige boodschap op simpele, overtuigende wijze kan worden gebracht.
De website van Futurefarmers is een sprekend voorbeeld van een grafische actievorm uit de beginjaren van het internet. In hun interactieve project ‘TheyRule’ tonen zij in een zeer simpele, interactieve omgeving aan hoe de machtsstructuren in grote bedrijven, universiteiten, overheid en non-profit-organisaties met elkaar vervlochten zijn. Klik op een organisatie en er ontvouwt zich een overzicht van de raad van directeuren. Klik op één van de directeuren en je ziet bij welke organisaties deze directeur nog meer betrokken is. Klik op zo’n organisatie, klik op een andere directeur en er ontstaat al klikkende een angstaanjagend web van machtsconnecties.
Futurefarmers maakt uitstekend gebruik van gegevens die overal vrij op te vragen zijn; zo kun je op de site de kortste route laten uitrekenen van organisatie A naar universiteit B naar bedrijf C.
Al deze informatie is ook in boekvorm, brochure of als een ingewikkelde poster te laten zien, maar alleen op deze interactieve manier wordt de complexiteit zodanig transparant weergegeven dat ze een overduidelijke, bijzonder benauwende indruk geven van de vervlechtingen van de macht.
FutureFarmers openen hiermee een communicatiekanaal voor het verzenden van hun boodschap over het spinneweb van machtsstructuren in een manier die voor de komst van online media niet mogelijk was.
RTMark was een ander voorbeeld van een communicatiekanaal dat een ingewikkelde, gelaagde boodschap op een transparante wijze overbrengt. RTMark leek op het eerste gezicht een website die de vorm aanneemt van een aandelenmarkt. Bezoekers kunnen aandelen kopen van allerlei projecten en directe acties, zodat activisten het benodigde kapitaal kunnen vergaren om hun plan uit te kunnen voeren.
Acties waarop geboden kan worden vallen in categorieën als Anti-corporate action, gender- en sexepolitiek, ‘homeland insecurity’ en tech-activisme. In die laatste categorie zijn er bijvoorbeeld een project waarbij milieuvervuilers een rekening voor hun schade gepresenteerd krijgen, een project waarbij mensen gratis allerlei nieuwe identiteiten kunnen aannemen en een project waarbij het de bedoeling is een gedicht te schrijven van alle woorden die Nike niet op hun speciale schoenen, waarbij je tegen betaling een kreet of een naam op de schoen kunt laten aanbrengen, wil hebben. Maar ook het Barbie Liberation Front, genoemd in het vorige hoofdstuk, werd mogelijk gemaakt door een donatie van RTMark.
Onder de oppervlakte van aandelenmarkt voor actieplannen heeft deze site een groot aantal diepere betekenissen. De site is, naast geldzamelpunt voor actievoerders, natuurlijk ook een inspiratiebron voor activisten die op zoek zijn naar een originele manier in verzet te komen. Vervolgens kunnen mensen die een plan hebben, maar niet de middelen, tijd of energie om dat uit te voeren, hun idee hier stallen zodat misschien anderen dit verder oppikken. Daarbij kunnen op deze manier ideeën door veel verschillende mensen op verschillende plaatsen opgepikt en uitgevoerd worden.
Door zijn opsomming van misstanden en de creatieve, bijtend-humoristische acties daartegen is de site een commentaar op de hedendaagse politiek en zakenmoraal. Ten slotte is de site zelf, door de vormgeving als een aandelenmark een satire op de wereld van de venture-capitalists, die steeds op zoek zijn naar frisse jonge bedrijven om hun kapitaal in te investeren voor groter financieel gewin.
Het openen van een eigen communicatiekanaal gaat gepaard met allerlei moeilijkheden. Het kanaal is onbekend bij de doelgroep en het grote publiek en moet die bekendheid nog verwerven en de uitvoering van de opening en de verstuurde boodschap moet dusdanig zijn dat ontvangers de boodschap niet direct in een hokje kunnen plaatsen en onschadelijk maken.
Veel lucratiever, maar niet per definitie gemakkelijker, kan het zijn om in een bestaand communicatiekanaal in te breken en daar, zeer duidelijk of juist ongemerkt, de bestaande boodschap te vervangen door de jouwe. Want bestaande kanalen bereiken, wanneer ze succesvol zijn, al precies die ontvangers waarvoor je boodschap bedoeld kan zijn.
Het hele proces je een communicatiekanaal toe te eigenen om daar de bestaande of verwachte boodschap te vervangen door een ‘gecorrigeerde’ is in de actiewereld bekend onder de naam ‘communicatieguerrilla’.
Het toe-eigenen en manipuleren van een communicatiekanaal kan eruit bestaan een flyer te verspreiden waarin Maxime Verhagen zijn excuses lijkt aan te bieden voor het CDA-beleid ten aanzien van huurders, ingekleed in bestaande en zeer herkenbare CDA-stijl: precies de juiste kleur groen, precies de juiste letter en een ferme foto van Maxime die zijn onbetrouwbaar ogende grijns op de lezer richt. Het kan er ook uit bestaan dat een website van een neo-nazi-groepering als de Nationale Alliantie ineens geen ideeën van twijfelachtig allure over de multiculturele samenleving meer bevat, maar een boodschap die luidt ‘hacked by r00tdevil…. democracy is the only form of government the world needs not your bullshit.’ Of een folder die wordt uitgedeeld op de luchthaven van Frankfurt en waarin de reizende in officiële Lufthansa-vormgeving wordt uitgelegd hoe in te grijpen wanneer zich in zijn of haar vlucht een uit te zetten asielzoeker bevindt. Of een tv-spotje dat er uitziet als een Calvin Klein-reclame voor het parfum Obsession, waarbij de ‘obsessie’ bij nadere beschouwing gericht is op het geslachtsdeel van het mannelijke model, dat gezien de houding van het model klaarblijkelijk niet de gewenste omvang heeft.
Dit laatste voorbeeld is een typisch geval van adbusting, het bewerken van reclameuitingen of het ontwerpen van een uiting in de precieze stijl van een bepaald merk.
(voetnoot: Op deze manier van werken is de laatste tijd veel kritiek ontstaan. De adbuster-beweging maakt immers gebruik van hetzelfde, passieve, consumptie-gerichte mensbeeld als de reclamemachine van het grootkapitaal, waarbij het louter blootstellen aan een alternatieve boodschap blijkbaar genoeg moet zijn voor een mentaliteitsverandering. In het boek ‘The Rebel Sell’ beschrijven Joseph Heath en Andrew Potter de claim dat hoe alternatiever en subversiever Adbusters zich voordoet, des te aantrekkelijker het principe wordt voor de mainstream-markt. Consumenten streven namelijk naar exclusiviteit en proberen zich sociaal te onderscheiden, in contrast met het beeld dat Adbusters probeert op te houden van de consument als gedachtenloze conformist. De aanpak van Adbusters past daarmee uitstekend in de ‘ware geest van het kapitalisme’, dat individualisme in consumentengedrag hoog in het vaandel heeft staan. Ten slotte is er hevige kritiek geweest op een recent antisemitisch artikel in het tijdschrift Adbusters, waarin men probeerde aan te tonen dat een groot aantal neo-conservatieven een Joodse achtergrond heeft. einde voetnoot)
Ingelijfd door reclame of niet, adbusts kunnen zeer effectief en subtiel zijn. Zo bleek uit het werk van een Oostenrijkse ontwerper, gepubliceerd in de ‘Design Anarchy’-uitgave van het blad Adbusters.
Hij maakte een serie posters voor een farmaceutisch bedrijf met een zeer kwalijk oorlogsverleden. De posters, vier in getal, lieten ieder voor zich een mooie, illustratieve, wervende boodschap voor het bedrijf zien. Maar wanneer ze in de juiste volgorde naast elkaar geplaatst werden en van een afstandje bekeken zie je alleen nog maar de hoofdvormen van de illustraties, tekst en foto’s. En die hoofdvormen kon je alleen maar interpreteren als vier reuzengrote letters: N.A.Z.I.
Manipulatie van communicatiekanalen is altijd gericht op een spel met de identiteit van de zender of de identiteit van het onderwerp van de boodschap. Identiteit is voor iedere organisatie en ieder product een steeds belangrijker wordend begrip. Niet voor niets worden er in de commerciële industrie miljarden uitgegeven aan ‘branding’, het neerzetten van een identiteit in de markt, het onderhouden van het juiste ‘image’ en de marketing, het plaatsen van een product in de markt. Dat geldt voor voor de hand liggende dingen als zeep en auto’s, maar ook voor politici, goede doelen en abstracte ideologische begrippen als ‘normen en waarden’.
Wanneer een geslaagde communicatie-guerrilla-actie ingrijpt op de boodschap van een zender, gaat het dan ook altijd om een ingreep in de identiteit van de zender of het onderwerp van de boodschap.
Wanneer je een communicatiekanaal wilt gaan manipuleren, dan moet je je gaan afvragen hoe je precies wilt gaan ingrijpen in de vertoonde identiteit van zender of onderwerp. Een voor de hand liggende handelswijze is te proberen de gepresenteerde identiteit te corrigeren, weer te geven op een manier waarvan jij vindt dat deze beter bij de werkelijkheid past dan dat wat de oorspronkelijke zender je wil doen geloven.
Dat kan op een grove manier, zoals gebruikelijk bij de Duitse online-actiegroep die zich specialiseert in het neerhalen en aanpassen websites van allerlei verschillende nazi-groeperingen. Zij maken er een sport van de nazi-site binnen te dringen en in plaats van de oorspronkelijke inhoud kreten als ‘Kein sex mit nazis!’ achter te laten. Dat lijkt flauw (en dat is het ook), maar vermoedelijk vinden zij het verhinderen van extreemrechtse propaganda en het verstoren van neo-nazi-structuren belangrijker dan een subtiel geformuleerde antifascistische
tegenboodschap.
Identiteitscorrectie kan ook een stuk subtieler en met veel meer humor gepaard gaan. Neem bijvoorbeeld de vele ‘adbusts’ die de afgelopen jaren overal zijn opgedoken, waarin bijvoorbeeld de Marlboro Man tegen zijn kompaan klaagt over zijn door het vele roken opgelopen ziekte, of het Nazi-voorbeeld uit één van de vorige alinea’s.
Ook de Freewayblogger is een goed voorbeeld. Op deze website worden tientallen foto’s getoond met grote borden boven en langs autowegen met simpele, sober uitgevoerde spreuken als ‘Bush Lied’ of ‘Worst President Ever’, in een uitvoering en positionering dat autorijders de teksten wel moeten lezen omdat ze in- formatie over werkzaamheden of files verwachten.
Adbusting is ondertussen al weer behoorlijk achterhaald, omdat de reclame-industrie die techniek zo langzamerhand ook omarmd heeft en aan haar arsenaal heeft toegevoegd. In het vorige hoofdstuk hebben we het begrip ‘overidentificatie’ geïntroduceerd als strategie om een ongewenste praktijk aan de kaak te stellen. Deze manier van presenteren is bij uitstek geschikt voor het corrigeren van een onjuist gepresenteerde identiteit.
Een voorbeeld van een identiteitscorrectie die zo goed is opgezet en uitgevoerd dat het bijna ongeloofwaar- dig wordt, biedt een Oostenrijkse communicatieguerrillagroep met de lastige naam ‘0100101110101101.org’. Zij maken op onnavolgbare wijze gebruik van nonconventionele communicatietechnieken om met zo min mogelijk moeite zoveel mogelijk zichtbaarheid te genereren.
In september 2003 kregen zij het voor elkaar om het image van Nike, de sportschoenenfabrikant, in de richting van ‘megalomane marketing-veelvraat’ te corrigeren. Daarvoor brachten ze het nieuwsbericht uit dat de multinational Nike de Karlsplatz, één van de belangrijkste pleinen van Wenen, had gekocht en binnenkort zou omdopen in Nikeplatz. Daarnaast zou een enorm monument in de vorm van Nike’s beroemde ‘swoosh’-logo worden geplaatst.
Om het verhaal kracht bij te zetten plaatsten de actievoerders op de Karlsplatz een 13 ton zware container in hi-tech-uitvoering: de Nike Infobox. Op de buitenwanden brachten zij een groot bord aan, waarop de tekst ‘This square will soon be called Nikeplatz. Come inside to find out more’ de aandacht van voorbijgangers trok. Gedurende de maand die daarop volgde werd flink ruchtbaarheid gegeven aan de Nike Infobox: er werd een website geopend met de naam www.nikeground.com en duizenden brochures werden verspreid over de stad.
Binnenin de Infobox konden bezoekers zich laten informeren over het revolutionaire ‘Nike Ground’- plan: Nike zou in de komende jaren overal ter wereld in grote steden zijn legendarische merk introduceren in straten, pleinen, parken en boulevards. Iedere stad zou zijn eigen Nikesquare, Nikestraat, Piazza Nike, Plazanike or Nikestrasse krijgen! Het moge duidelijk zijn dat dit tot een storm van verontwaardiging en onrust leidde onder het grootste deel van de bezoekers en de media. Al snel ontdekt de pers dat zowel Nike als de stad Wenen ontkennen ook maar iets met Nike Ground te maken hebben. Nike is duidelijk: ‘These actions have gone beyond a joke. This is not just a prank, it’s a breach of our copyright and therefore Nike will take legal action against the instigators of this phoney campaign’.
Na een goede maand onthult een woordvoerdster van 0100101110101101.ORG publiekelijk achter deze ‘hyper-realistische theateropvoering’ te steken. De bedoeling van het geheel was een ‘collectieve hallucinatie’ te genereren, waarbij het publiek bewust moest worden van hun beeld van de rol van commercie in de stad en die van grote multinationals in het bijzonder. Verrassend genoeg heeft Nike de zaak niet voor de rechter laten komen, mede vanwege de zeer negatieve publieke reacties op het dreigement van Nike de actiegroep aan te klagen.
Identiteitscorrectie is, indien goed uitgevoerd, een goede manier om een communicatiekanaal te manipuleren. Je kunt ook nog een stap verder gaan en de identiteit van de zender of het onderwerp botweg stelen: Identity Theft. In 1999, kort voor de grote protesten in Seattle, zetten de creatieve activisten van de groep Yes Men op het domein GATT.org een website op die de site van de WTO parodieerde. Sommigen trapten erin en stelden de makers allerlei vragen over vrijhandel. De identiteitsverwisseling ging een stap verder toen er uitnodigingen binnen begonnen te komen om te spreken op conferenties.
De Yes Men gingen graag op deze uitnodigingen in en deden zich bij verschillende bijeenkomsten voor als de organisatie waartegen ze zich juist verzetten. Als de WTO leverden zij een reeks schokkende satires af van de policies van de WTO voor publiek van allerlei pluimage.
Op een internationale conferentie over handelsrecht stelden zij namens de WTO een vrijemarktsoplossing voor democratie voor: het veilen van stemmen aan de hoogste bieder. In een textielconferentie in Finland onthulden zij een metershoge fallus waarmee elektrische schokken kunnen worden toegediend aan arbeiders in sweat shops. Op een Amerikaanse universiteit kwam de ‘WTO’ met de oplossing voor honger in de wereld: arme mensen moeten hamburgers eten, die ze tot tien keer kunnen ‘recyclen’. En op een conferentie voor accountants in Australië kondigden ze aan dat de WTO, vanwege alle gemaakte fouten, zichzelf zou opheffen.
Deze zeer riskante, maar perfect uitgevoerde communicatieguerrilla is een schoolvoorbeeld van de mogelijkheden die in identity theft kunnen liggen. Het is wel een strategie die je onherroepelijk in aanraking brengt met de juridische afdeling van organisaties met een lange adem, onmetelijk veel geld en een notoir onderontwikkeld gevoel voor humor. Dit soort acties is dan ook, jammer genoeg, niet voor iedereen weggelegd.
Maar identiteitsdiefstallen kunnen vele vormen aannemen. Je zou zelfs het hele theater kunnen beginnen door alvast je eigen actie te ontkennen: in de officiële huisstijl van de gemeente Nijmegen ontken je uit alle macht dat het openbaar vervoer in de stad in de Vierdaagseweek gratis zal zijn, ondanks ‘alle geruchten dat het gemeentelijk vervoerbedrijf gratis kaartjes voor bus en trein ter beschikking zal stellen’. Vervolgens wacht je rustig af of de pers dit oppikt, je helpt een handje door plaatselijke media te bestoken met telefoontjes, e-mails en brieven over het onderwerp waarbij je de nadruk legt op de geruchten over gratis vervoer die je toch werkelijk overal hoort ‘en zelfs in de krant hebt gelezen’, en wanneer de ambtenarij een wanhopige poging doet de ontkenning te ontkennen zonder ook maar iets van gratis vervoer te beloven, laat je overal goed ontworpen gratis kaartjes opduiken, met mooie begeleidende brief van de gemeente die de Nijmegenaren bedankt voor hun begrip en medewerking in de altijd drukke Vierdaagsetijd. Dit spel schijnt in de jaren zeventig in West-Berlijn al eens opgevoerd te zijn maar concrete verslagen ontbreken.
Wanneer je Identity Theft bespreekt kun je niet om de Yes Men heen, een groep die voor veel activisten een heldenstatus heeft bereikt. De groep, ontstaan uit het voorheen besproken collectief RTMark, bestaat uit twee politieke artiesten uit de Verenigde Staten, die zich regelmatig uitgeven voor grote organisaties als de Wereldhandelsorganisatie.
Enkele jaren geleden bouwden zij een fake-website genaamd dowethics.com, waarin zij, in hun zelfaangenomen rol als spreekbuis van de chemiereus Dow Chemicals, claimden een programma van ‘sociale verantwoordelijkheid’ namens Dow te presenteren. Aanleiding daarvoor zou de overname door Dow van het bedrijf Union Carbide, verantwoordelijk voor een afschuwelijke chemische ramp in het Indiase Bhopal.
In de website lieten zij Dow verklaren waarom zij niets konden doen voor de slachtoffers van de ramp in Bhopal: dat zijn namelijk geen aandeelhouders. De reactie van Dow op dit stukje overidentificatie was dermate klungelig dat er behoorlijk wat pers werd geattendeerd op de website, maar door allerlei dreigingen met rechtszaken en het sluiten van allerlei websites waarop naar de zaak werd verwezen waaide de storm al snel over. De site bleef echter online.
Twee jaar later kwam bij de tot dan toe verwaarloosde site DowEthics.com een mail binnen van de BBC. De Britse omroep ging ervan uit dat DowEthics.com een daadwerkelijk project van de chemiereus was en nodigde een vertegenwoordiger uit om zich te laten interviewen over de ramp in Bhopal.
De Yes Men lieten zich deze kans niet ontglippen en sturen hun eigen afgevaardigde, onder de naam Jude Finisterra. ‘Jude’ is de beschermheilige van de schijnbaar onmogelijke zaken, en ‘Finisterra’ slaat op ‘het einde der wereld’. Deze belooft uit naam van Dow Chemicals twaalf miljard dollar, de waarde van Union Carbide op het moment van overname, voor het schoonmaken van Bhopal en voor medische zorg voor alle nog levende slachtoffers. Een riskante aanpak, omdat wanneer hij wordt geloofd, dit zorgt voor onterechte hoop bij de overlevenden. (Achteraf verklaren de Yes Men ondanks het mogelijke leed dat valse verwachtingen kan veroorzaken, toch voor deze strategie te kiezen. Wie weet, was de gedachte, dwingen we Dow wel om werkelijk wat te doen.)
Een reactie van Dow kan natuurlijk niet uitblijven. Dat is ook de normale gang van zaken nadat een communicatiekanaal tijdelijk is ontvreemd door actievoerders: de rechtmatige eigenaar onthult het ‘bedrog’ en herstelt de status quo. Maar Dow moet wel bijzonder voorzichtig te werk gaan en kan zich geen uitglijders permitteren. Het kan namelijk zeer schadelijk zijn voor het imago van Dow om te claimen dat ze niets kunnen doen, wat een leugen zou zijn, en het kan bijzonder duur worden wanneer ze zich laten verleiden wel degelijk hulp te bieden in Bhopal, om nog maar te zwijgen van het effect op de aandelenkoersen.
De Yes Men besluiten Dow te hulp te komen door er nog een schepje bovenop te doen en de communicatiekanalen nogmaals te ontvreemden. Zij doen zich nog eens voor als vertegenwoordigers van Dow en schrijven zelf het persbericht waarin Dow Chemicals afstand doen van iedere claim dat zij ook maar iets zullen doen aan Bhopal: ‘Dow will NOT commit ANY funds to compensate and treat 120,000 Bhopal residents who require lifelong care (….) Dow will NOT remediate (clean up) the Bhopal plant site (….) Dow’s sole and unique responsibility is to its shareholders, and Dow CANNOT do anything that goes against its bottom line unless forced to by law.’.
Hiermee tillen ze hun identity theft naar een ongekend hoog niveau: ze doen zich niet alleen voor als Dow, maar zorgen er zelf ook nog eens voor dat het persbericht, dat Dow zeer zeker zou gaan sturen, dusdanig verwoord is dat het nog meer schade aanricht.
Het begrip communicatieguerrilla roept associaties op met sluipende, gecamoufleerde kleine groepjes activisten, die sluipen door een jungle van informatie en onverwachts, kleinschalig maar soms met grote gevolgen hun communicatie-aanslag te plegen.
De romantiek die dit beeld uitstraalt is niet helemaal onterecht, maar het geeft meteen een goede indruk van de gevaren: er is een grote kans op ontdekking of mislukking en wanneer een ‘aanslag’ lukt, dan kan het nog goed wezen dat de gevolgen zo minimaal zijn, of zo goed worden verstopt door het slachtoffer, dat niemand ooit iets van de actie verneemt.
Een goed concept, een goede planning en een groot begrip van de (visuele) identiteit van het slachtoffer zijn onontbeerlijk. In het volgende en laatste hoofdstuk wil ik dan ook kort ingaan op de praktijk van geëngageerd activistisch ontwerp.