De boodschap

Van zender naar ontvanger beweegt zich de boodschap. De boodschap kun je je voorstellen als een pakket met inhoud, die door de zender is volgestopt en naar de ontvanger wordt gestuurd. Het heeft een buitenkant, een vormgeving waaraan de ontvanger kan zien wat het voor boodschap is, wat voor inhoud men kan verwachten en hoe de boodschap kan worden geïnterpreteerd. Op die buitenkant gaan we verderop dieper in. In het pakket bevindt zich een inhoud, een zogenaamde kernintentie van de boodschap.

De kernintentie van een geëngageerde boodschap begeeft zich ergens in het gebied tussen ‘Overtuigen’ (‘Ik wil dat je begrijpt waarom X niet in orde is’) en ‘Ingrijpen’ (‘Ik ga X tegenhouden, of je dat nou leuk vindt of niet’). Tussen deze twee polen bevindt zich een continuüm, dat loopt van 100% overtuigen naar 100% ingrijpen. Iedere geëngageerde boodschap bevindt zich ergens op da continuüm en heeft per definitie iets van beide polen in zich. Zelfs een schijnbaar volledig op het aantonen van een bepaalde gang van zaken gerichte boodschap draagt toch altijd een uitnodiging tot verzet in zich, een oproep het anders aan te pakken.