Engagement + ontwerp = ?
Uit bovenstaande blijkt dat idealisme en activisme de laatste jaren met name een rol spelen in de grensgebieden van ontwerp met andere disciplines. Het brede idealisme, dat vroeger bij het merendeel van de ‘normale’ ontwerpers een belangrijke rol speelde, is verdwenen. Men kan zich de vraag stellen of het dan wel de rol van de ontwerper is om zich in deze activistische positie te plaatsen, om actief uiting te geven aan engagement. De ontwerper is voor velen per slot van rekening een facilitator, iemand die communicatie gemakkelijker doet verlopen.
Juist deze rol van facilitator is echter de reden waarom ontwerpers bij uitstek diegenen zijn die een effektieve bijdrage aan verzet kunnen leveren. Dit blijkt met name uit het werk van de Italiaanse filosoof Gramsci. Hij beschreef hoe de dominante ideologie van neo-liberaal kapitalisme zijn controle over de maatschappij niet alleen verkrijgt en behoudt door geweld en politieke en economische dwang, maar ook op een ideologische wijze, door een cultuur van ‘hegemonie’.
Deze hegemonie is gebaseerd op het vermogen om eigenbelang als algemeen maatschappelijke belangen te definiëren en af te dwingen. Zo worden de waarden van de macht de vanzelfsprekende waarden van de gehele maatschappij. De strijd om de hegemonie speelt zich op alle vlakken van de cultuur af, in de media en de politiek, maar ook in folklore, in bijgeloof en in alledaagse culturele verschijnselen.
Zo onstaat een ‘concensus-cultuur’ van algemeen gedragen ideologische waarden, bijvoorbeeld individualisme, het geloof in het zelfregulerend vermogen van de vrije markt, de rol van politiek enhet eigen vermogen in politieke processen in te grijpen, enzovoort. Deze concensus-cultuur zorgt ervoor dat ieder lid van de maatschappij zijn of haar eigenbelang identificeert met het belang van de bovenlaag en liever door te consumeren helpt de status quo te bewaren dan zich te verzetten.
Het moge dan ook duidelijk zijn dat het faciliteren van de communicatie, het gemakkelijker maken van het vertolken van allerlei boodschappen, een door en door politiek proces is. De ontwerper die zich bezighoudt met reclame, huisstijlen of vormgeving voor zogenaamd niet-politieke doelen zet zich in voor het behoud en de versterking van dit proces van hegemonie. Veel ontwerpers nemen, door het politieke van hun werk te ontkennen of niet in ogenschouw te nemen, in hun a-politisme juist een conservatieve positie in. Doordat het werk van de ontwerper per definitie politiek is, ook wanneer de ontwerper zelf denkt juist geen politieke keuze te maken, is dit werk ook bij uitstek geschikt voor actief verzet. Want iemand die zich op zo’n cruciale positie bevindt als de ontwerper heeft de keuze om de boodschap van hegemonie al dan niet door te geven, of zich juist in te zetten voor een andere cultuur, die ingaat tegen het denkbeeld dat de waarden van de bovenklasse per definitie de natuurlijke waarden van de maatschappij zijn.
De ontwerper heeft de kans de culturele aanwezigheid van de eigen ideeën te versterken en bovendien in te grijpen in de processen waarmee de dominante cultuur probeert haar hegemonie te handhaven. Milton Glaser, een bekend ontwerper, zegt hierover: ‘Designers are part of the system by which ideas enter into people’s consciousness. We’re part of the transmission system – we’re not usually the originators of the messages. We’re like the telephone lines. (…) When I was growing up, and that was a very long time ago, the idea was that professionalism excluded the idea of your own ethics or your own behavior as part of the process. That is to say that whatever you were asked to do, you did, and you did it well, and effectively, because that was what being a professional meant. But it seems to me, as I grow older, that view isn’t sufficient. Since Nuremburg, the explanation: ‘Well, I was only following orders…’ doesn’t cut it. You can’t live that way any more. You can’t justify following orders as the way you behave in the world. That’s obviously an over-dramatized example, but what you do as a person in terms of whether you help or hurt the community you’re talking to becomes significant. If you don’t pay attention to what you’re doing and if you wilfully participate in things that you yourself perceive to be destructive, then you are putting yourself in the same category of having suspended ethics in the name of professional appropriateness. And I find that hard to do these days.’
Wat maakt geëngageerd ontwerp daarin anders dan het normale professionele ontwerp? Wat gebeurt er met grafische vormgeving wanneer het wordt ingezet om zich in politieke strijd te mengen, in sociale bewegingen en activisme? Deze vraag zal iedere ontwerper weer anders beantwoorden omdat de persoonlijke omstandigheden en ervaringen voor iedereen natuurlijk anders zijn. Maar de praktijk van het politieke engagement is anders dan die van de commercie, de voorlichting, de kunst.
‘What we’re talking about are social situations where people with a particular skill, a particular passion or professional ability whether it’s photography, art, writing, graphic design, music or poetry can fit into a movement of collaborative expression in such a way that they add something without dominating, and without distorting the process. This kind of movement takes you beyond any ‘designer identity’ when it really works it can spread in all directions, open up new spaces in institutions, even make it possible to change your relations at work, with clients, in university situations and so on. It’s a way to get outside the straightjacket of being a wage-earer and a citizen-consumer. But for people with specific skills of graphic designers, it involves a real responsibility. Because designers have an important role to play in social movements, which is the role if making the goals of group activity visible, precisely in a way that encourages the continuation of the process.’